ODE AAN MIJN ZUSTER ELIANE EN HAAR MAN PAUL, hun laatste levensdag



Eerste droefheden als herinnering na haar dood. Dit werk op paars Japans handgeschept papier noteert mijn herinnering aan mijn laatste ontmoeting met haar en hem.

Het werk is zacht als treurnis.

Ik rij binnen naar hun binnenkoer. Paul geeft met handbeweging de richting aan. Zij staat alleen achteraan tegen een stalen muurbekleding in wit. Mijn oog ziet dit . Wit en zwart !

Ik spreek niet met haar, maar een gevoel van droefenis en verlorenheid overvalt me als ik haar voorbij rijd. Voelde zij zo?

Komt dit echt zo over op mij: aangegeven door een bloedrood gekruist hart met vraagtekens . ( spreken in tekens).

Zij nodigt ons: mij en mijn zoon uit aan de koffietafel , met zwarte achtergrond, hier getekend, nadat we de trappen op gingen naar haar huis (voetstappen).Ze toont ons al haar schilderijen die ze van me kocht . Ik kon me weinig daarvan herinneren, en was verbouwereerd, maar de portretten van mijn ouders ontroerden me. Zeer mooi in pastel. Maar ik zweeg. Waarom prees ik haar niet? Ik beklaag de woorden die ik niet gesproken heb. Haar inrichting was die van een artieste.

De werken worden schematisch weergegeven door gekleurde vlakken , soort tegels. Haar tafel is genoteerd met Ph en P tegenover elkaar en zij die nog met gebakken eieren kwam voor ons , haar laatste dienst, gulheid zoals altijd. Ik had geen enkel vermoeden!

Waarom hoorde ik de taal van het hart niet? Weergegeven door een doorstreept oor.

Wij treuren uiterst rechts!

Een zwarte vogel vliegt op . Het symbool van de dood.

Waarom al dit. Why ???????


                                             Ode aan Eliane en Paul (2) 2025                                                             

Mijn zus staat centraal tegen een witte muur van metalen platen.

Haar man staat bij een zwarte poort en geeft met zijn handen levendig de rijrichting aan : doorrijden naar de binnenkoer waar de zon heftig schijnt.

Een zwarte vogel: de dood vliegt op en weg.

Mijn hoofd is zwart van tristesse en in ’t paars der gedachten stel ik mij vele vragen na haar dood . Waarom? Ze was nog zo levendig  en clever? Ze deed haar haar een laatste maal ( nietsvermoedend)

Zij nemen ons mee naar boven: mijn zoon en ik de trappen op , waar ze haar huis laat zien, pas ingericht : ze is een volbloedartieste, trots en gul met houding en toch warmte. 

Ze heeft een uitgebreide koffietafel klaargemaakt en wij zetten ons voor de maaltijd op uitnodiging .

Ze serveert een laatste maal een roerei op haar manier gemaakt en geserveerd.

Aan tafel Paul en mijn zoon tegenover elkaar en ik tegenover mijn zus. Na afloop geven we beiden kussen en vertrekken niets vermoedend. Waarom geen verdacht! Geen enkele aanwijzing op het komende drama. Waarom??

De tekens : het rode hart doorkruist, de mond die niet gesproken heeft, het oog dat waarnam zonder te zien. De trappen die moeten, bestegen worden, met vele voetstappen.

 De warme zon die schijnt, haar warmte.

Ik heb ontzettend spijt van de woorden die ik niet gesproken heb: hoe mooi alles was van deze inrichtingskunstenaar, zus,  met eerbetuiging  aan al het werk dat ze van me kocht . Niets! Het hadden mijn laatste bemoedigende woorden kunnen zijn. Niets ! Niets!

Te laat!


Tekeningen als laatste herinneringen vastgelegd in tekens op handgeschept Japans papier.

Reacties